|
|
|
|
|
Op deze website, meer over Jan Willem (Giel) Berix
Jan Willem Berix (nl.wikipedia)
Bron van het onderstaande: https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/zoeken/1340/meers-monument-voor-kapelaan-j-w-berix
Jan Willem Berix, in het verzet Giel genoemd (∗ Meers, 12 april 1907 - † Bergen-Belsen, 13 maart 1945) was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Berix doorliep het gymnasium (Bisschoppelijk College te Sittard, waar hij in 1927 slaagde voor zijn eindexamen), twee jaar filosofie op Rolduc in Kerkrade en vervolgens vier jaar theologie aan het Groot Seminarie te Roermond. Na zijn priesterwijding, 1 april 1933, werd hij dat jaar op 10 september aangesteld als kapelaan van de Sint Pancratiusparochie te Heerlen. Daar was hij verantwoordelijk voor het jeugdwerk en werd directeur van de jongens congregatie en ook de aalmoezenier van de Katholieke Verkennersgroep Sint Paulus. Kapelaan Berix was zeer geliefd bij de jeugd. Met de verkenners trok hij op zomerkamp naar het Gerendal, de Wereldjamboree in Vogelenzang en het kamp St. Joris te Weert. Ook was hij belast met de parochiale zorg voor de armen en hulpbehoevenden. Later is een zijstraat van het Tempsplein te Heerlen naar hem vernoemd: de Kapl. Berixstraat.
Zijn werk voor de medemens leidde ertoe dat hij vanaf het begin van de oorlog betrokken raakte bij het verzet. Kapelaan Berix regelde voor velen vrijstelling voor de tewerkstelling in Duitsland of hielp mensen die op transport dreigden te worden gezet onderduiken. Hij werd de districtsleider van de Heerlense afdeling van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers, het zogenaamde "District Mijnstreek". Hij organiseerde een hechte organisatie met rayonleiders die per dorp een duikhoofd aanstelden zodat er snel onderduikadressen gevonden konden worden en geld, bonkaarten en persoonsbewijzen geregeld en gedistribueerd konden worden. Zijn huis aan de Nobelstraat 23 werd een centraal punt van waaruit alles geregeld werd per telefoon en koerier. In 1944 werden bij een diefstal van bonkaarten in Sittard drie verzetsmensen opgepakt. Een van hen noemde na lange en zware verhoren de naam van kapelaan Berix. De Sicherheitsdienst (S.D.) begon een klopjacht en de kapelaan moest daarom op 23 maart 1944 zelf onderduiken.-Hij zat daarbij ook enige tijd bij Pierre Schunck in huis, waar hij onder andere heeft geleerd, op een herenfiets te rijden (dat deden priesters in togen niet) en over zijn niet bestaande vrouw te praten.
Meer informatie over het onderduikerswerk van Giel Berix.
Op 21 juni 1944 werd Berix, na onder Duitse pressie verkregen verraad van papierenvervalser Bob Jesse, tijdens een vergadering van de Limburgse LO-top in het klooster-pensionaat St. Louis in het centrum van Weert gearresteerd met zijn collega's Jan Hendrikx (Venlo), Jac Naus (Venlo), Guus Hermans (Weert), Jacques Knops (Gulpen), Sef Mulders (Maastricht) en W.H.M. Jansen (Vierlingsbeek). Zij werden naar Kamp Vught gebracht waar zij tijdens de ondervragingen zwaar werden mishandeld. Zie de overval van Weert.
Theo van Helvoort (Roermond), Joe Russel (Venray) en de vertegenwoordigers van de districten Nijmegen en Maas en Waal, J.A. Dijker en C. van Sambeek, konden ontsnappen.
Berix werd met zijn medeverzetsstrijders naar Kamp Vught gebracht, waar hij aan een zwaar verhoor werd onderworpen door de SD'er Schut. Schut mishandelde hem zo afschuwelijk, dat zijn baas Nitsch (zelf ook berucht in dat opzicht) hem vermaande. Maar de kapelaan bleef zwijgen. De medegevangenen maakten zich ernstig zorgen over de kapelaan, vanwege zijn toch al zwakke gezondheid. In zijn cel hield Berix vanaf een stoeltje dat eerst nog op een tafel was gezet, via de luchtkoker die als een klankkast door het gebouw liep, korte preken. Dit deed hij elke dag; hoe slecht hij er na een verhoor ook aan toe was.
Op 6 september 1944 werd kapelaan Berix met nog tachtig tot honderd gevangenen in een veewagen geduwd met bestemming Oranienburg (nl.wikipedia concentratiekamp Sachsenhausen). Daar werd hij in de Heinkel vliegtuigfabriek tewerkgesteld. Met zijn lotgenoten bad hij voor een spoedige thuisreis. Net als vele anderen raakte Berix besmet met dysenterie. Hij werd naar de ziekenbarak gebracht en herstelde in eerste instantie. Maar hij keerde gebroken terug in het kamp. Half oktober 1944 werd hij van de anderen afgezonderd en naar Bergen-Belsen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bergen-Belsen) vervoerd. Berix kwam terecht in barakken die vuil en verwaarloosd waren en vol ongedierte zaten. Na enkele dagen stierf kapelaan Berix (naar men aanneemt) op 13 maart 1945.
Het monument voor kapelaan J.W. Berix in Meers (gemeente Stein) is opgericht ter nagedachtenis aan de kapelaan die actief was in het verzet. Ook worden met het gedenkteken dertien inwoners van de gemeente Stein herdacht die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen.
Herdachte groepen: Burgerslachtoffers, Verzet Nederland
Ontwerper: Charles Vos (ontwerp), Firma Sillen en Co. (uitvoering)
Onthulling: 2 september 1956
Vorm en materiaal
Het monument voor kapelaan J.W. Berix in Meers (gemeente Stein) is een borstbeeld van brons. Het beeld is geplaatst op een zuilvormig voetstuk van lichte en zwarte baksteen. Voor het beeld ligt een zwart granieten plaquette. Het beeld is 85 centimeter hoog, 50 centimeter breed en 30 centimeter diep. Het voetstuk is 1 meter 15 hoog, 60 centimeter breed en 42 centimeter diep.
Teksten
De tekst op het voetstuk luidt:
'NIEMAND HEEFT
GROTER LIEFDE
DAN HIJ DIE ZIJN
LEVEN GEEFT
VOOR ZIJN
VRIENDEN
JOAN.15-13'.
Op de plaquette zijn de namen van dertien oorlogsslachtoffers uit Stein aangebracht.
Restauratie
De gedenkplaat is in 1967 vernieuwd.
Bronnen
Voor meer informatie
Kleine Monumenten in de Gemeente Stein van Hub Spronkmans en Gerrit Lemmens (Uitgeverij Spaan Elsloo, 1995).
Oprichting
De oprichting was een initiatief van Oud-Stoottroepers. Het borstbeeld is bekostigd door de gemeente Stein. De grond waarop het monument staat is beschikbaar gesteld door Rijkswaterstaat.
Onthulling
Het monument is onthuld op 2 september 1956 door burgemeester Corten.