|
|
|
|
|
Marie-José Schunck, gedichten (log in)
Aan: Vrije Tribune T.a.v. Joris van den Berg Raamgracht 4 Amsterdam L. S. Om te beginnen: het is een late reaktie, hopelijk niet te laat. Maar ik heb het artikel „Gekrakeel om een Grieks lintje“, uit VN d.d. 5-12-1983, gewoon niet eerder onder ogen gekregen dan afgelopen week. Een trendy stukje, dat wel. Een met de losse pols bij elkaar gescharreld „Who is who in nobody’s land?“, dat zo lekker in de nederlandse markt ligt. Als je de ondertitel „Welke Nederlanders vochten het hardst tegen de dictatuur?“ serieus neemt, dan ontbreekt zelfs de meest elementaire informatie in dit oppervlakkige artikel. Niemand in de voormalige Griekenland-werkgroep Nijmegen en ondergete- kende al helemaal niet ontleent ook maar iets van zijn of haar zelfrespekt over het werk dat we verricht hebben voor het griekse verzet aan een even- tuele vermelding door een slordige stukjesschrijver in Vrij Nederland. Maar toch ′ , de kans, dat dit soort gebabbel als vaststaande waarheid geslikt wordt, is niet denkbeeldig. Daarom enige aanvullende informatie: in april 1969 werd in Nijmegen een Griekenland-werkgroep opgericht om een avond voor het griekse verzet te organiseren, waar verzetsmensen van de griekse verzetsorganisatie PAM mij (ik kende een beetje nieuw-grieks) om gevraagd hadden. Spre(e)k(st)ers op deze mede door griekse gastarbeiders uit Nijmegen georganiseerde avond waren: Igor Cornelissen (VN), Adonis Brillakis (KKEes), Marios Nikolinakos (van het tijdschrift Poreia) en een gepassioneerde, in panterbont gehulde en schietbewegingen makende Melina Mercouri. Dit was het begin van mijn tot het bittere einde volgehouden verhouding met het linkse griekse verzet. ∗) Toen ik mijn werk als lerares klassieke talen opgegeven had, kon ik me full-time inspannen voor de belangen van het land en de mensen, van wie ik was gaan houden. De volgende stap was de oprichting van een nieuw Griekenland-Bulletin, omdat het vorige G. B. van Hennie Lodewijks al een jaar niet meer bestond. Daartoe stuurde ik uitnodigingen rond aan verschillende andere groepen in het land, die politiek aktief waren voor het grieks verzet. In Amsterdam op 4 mei 1969 na een herdenkingsbijeenkomst van „J’accuse“ kwamen we voor de eerste keer bij elkaar. Nijmegen kreeg voor het nieuwe blad de redaktie, die bestond uit: ondergetekende, Michel van Nieuwstadt, Ton Peeters, en Frank en
_______________
∗) Begin 1974 maakten kanker en een hersentrombose haar het werken voor een reeks van jaren onmogelijk.
Ze is daarna nooit meer de oude geworden.
1983-12-31